Vier uur lang ging de Zwitserse theoloog prof. em. Dr. Urs von Arx, éminence grise van de oud-katholieke theologie, in gesprek met de deelnemers aan de masterclass en het avondsymposium op 28 juni. Heel veel thema’s kwamen aan bod, tegelijkertijd was er een heldere rode draad: vieren is een centrale bron van theologie en spiritualiteit, en goede theologie helpt de geloofservaring te doordenken en zo te verdiepen. Dit was ook de insteek van het boek dat op deze dag centraal stond, het verzamelde werk van Herwig Aldenhoven, getiteld ‘Lex orandi, lex credendi’ – hoe je bidt, bepaalt hoe je gelooft. Von Arx was als uitgever van dit boek naar Nederland gekomen om erover in gesprek te gaan met Nederlandse belangstellenden, van buiten en binnen de Oud-Katholieke Kerk en met zowel niet-theologen als ook met theologen.
In de masterclass, ’s middags, kende de discussie twee brandpunten. Aan de ene kant was er de vraag naar de inhoud en de vorm van de eucharistieviering, aan de andere kant de vraag naar de rol van de Drievuldigheid in theologie en spiritualiteit. Bij het eerste bleek dat het nadenken over een heldere, goed te volgen structuur van de eucharistieviering helpt om deze te volgen, te verinnerlijken en je eigen te maken, zodat je de handen vrij krijgt voor een door de eucharistie geïnspireerd leven. Bij het tweede bleek dat het soms als abstract ervaren leerstuk van de Drievuldigheid ten diepste verbonden is met de persoonlijke godsontmoeting. God, de Vader, ontmoet in zijn mensgeworden Zoon de mens persoonlijk, terwijl de Geest, die al in de mens is, de mens beweegt om ook op deze ontmoeting in te gaan. De Drievuldigheid is allereerst een spiritueel leerstuk, geen droog dogma.
In de avond, te gast in de Lutherse Kerk in Utrecht, gingen drie theologen in op het werk van Aldenhoven, waarop het publiek, en met name Urs von Arx, reageerden in een geanimeerd gesprek. De protestantse classispredikant (met ‘Luthers accent’) Trinette Verhoeven ging in op wat ze van het werk van Aldenhoven kon leren, bijvoorbeeld het belang van meegenomen worden in een viering en van de dankzegging in de viering van de eucharistie. Ze verbond dat met de notie van ‘receptive ecumenism,’ een vorm van oecumenische theologie die in eerste instantie vraagt naar wat de ander aan jouw traditie kan bijdragen. Dr. Sam Goyvaerts, docent liturgiewetenschap aan de Tilburg School of Catholic Theology, sprak vervolgens vanuit rooms-katholiek perspectief met veel waardering en sympathie over Aldenhovens werk, waarbij hij ook de vraag stelde of de meer liturgiewetenschappelijke vragen niet nog nauwer verbonden zouden kunnen worden met de meer dogmatische vragen. Tenslotte sprak ook Dr. Mattijs Ploeger, rector van het Oud-Katholiek Seminarie en docent liturgiek en systematische theologie, en stelde met name dat vooral een terugkeer naar de manier van denken van de vroege kerk kerken weer samen kan brengen, dit geheel in lijn met wat Aldenhoven voorstond. Uit de drie bijdragen en de respons van Von Arx bleek hoe actueel en nog altijd uitdagend Aldenhovens werk is – en hoe het kan bijdragen tot het oecumenisch gesprek in de 21ste eeuw.
De publicatie Herwig Aldenhoven, Lex orandi, lex credendi. Beiträge zur liturgischen und systematischen Theologie in altkatholischer Perspektive Studia Oecumenica Friburgensia106(Ed. Urs von Arx i.s.m. Georgiana Huian & Peter-Ben Smit; Münster: Aschendorff, 2021) is te verkrijgen via: uitgeverij.pascal@okkn.nl